Dit is deel drie van vier. Je kunt deel één lezen hierdeel twee hier en deel vier hier.
De eerste bergtocht ging op Malmag zeep. Het is een zogenaamde gouden tocht, dat zijn aanbevolen paden die bijzonder goed onderhouden en bewegwijzerd zijn. Naast de routes die we in dit bericht beschrijven, zijn er nog zeven andere in de buurt. Je kunt meer lezen over deze en andere wandelroutes in Funäsfjället. hier.
De tocht was 8 km en bood een mooie mix van bergen, bos en prachtige meertjes. Het was een beetje heuvelachtig en dat gaf een mooi begin van onze wandelweek. We namen een kortere weg door het bos direct boven het hotel om bij het pad te komen, maar het was erg nat en doornig, dus onze aanbeveling is om in plaats daarvan een paar honderd meter naar het zuiden te lopen langs de landweg, want dan kom je zonder gedoe direct op het pad uit.
Op de top was ook een berghut waar je een koffiepauze kunt houden met een mooi uitzicht.
Tocht twee was een beetje geïmproviseerd, omdat we vanwege het weer van plan waren de wandeling over te slaan en in plaats daarvan de omliggende dorpen te verkennen. Gesterkt door een 'bubbelwafel' kregen we ineens energie en inspiratie om de Kliffen van Svanå die net geen duizend meter hoog is.
De tocht begint met het beklimmen van een vrij steile skipiste, gevolgd door een halve mijl langs de bergwand en eindigt met een klim op de klif zelf. Klimmen is misschien een sterke woordkeuze, want het is eigenlijk een gewoon wandelpad helemaal naar boven, maar in 25 seconden wind was het nog steeds een beetje inspannend.
Je kunt dezelfde weg teruggaan als je de top hebt bereikt, maar wij volgden in plaats daarvan het pad naar beneden naar Svansjön en gingen daar verder langs het water. Een mooie tocht die vooral uit bergen bestaat maar ook mooie uitzichten op Svansjön en de omliggende bergen. De tocht was iets meer dan 9 km vanaf de parkeerplaats maar toen hebben we ook nog een omweg gemaakt dus reken op ongeveer 8 km. Dit was ook een gouden route.
Je moet altijd streven naar nieuwe hoogten, dus de derde dag was het daarom een gold trail bij Lillskarven. De route biedt naast de top zelf een oude ruïne genaamd Andersborg, oude mijngaten en een wafelhut.
Je hebt twee opties vanaf de parkeerplaats in de bergen: Of je richt je op de lus met de wafelhut die ongeveer 6 km is of je richt je op de top die dezelfde lus is met een omweg van in totaal 2 km. Het pad zelf is heel gemakkelijk te bewandelen en de enige uitdaging is om de wafelprijzen te accepteren. Er zijn ook genoeg rustpunten langs het pad, dus vergeet geen koffie mee te nemen.
Wat de omweg betreft, die is wat lastiger omdat je in een relatief korte afstand tot 1224 meter boven zeeniveau stijgt. Maar het uitzicht vanaf de top is de inspanning meer dan waard, dus we kunnen het echt aanraden.
Op de laatste dag van de wandeling hadden we onenigheid over waar we heen moesten vanwege het weer, maar dat werd op een uitstekende manier opgelost. Bij toeval kregen we ontbijt van een berggids die ons vertelde dat de mooiste wandeling op de berg naar het Bolagenmeer gaat. Toen we net alle wandelspullen in de auto hadden, kwamen we een van de eigenaren tegen die ons zowel de sleutel van hun berghut als de code van het toilet gaf. Op dat moment waardeerden we de toiletcode, maar het zou blijken dat de hut ook een goudklomp was.
De tocht begint bij de parkeerplaats net onder Svansjökläppen en gaat dan bijna de hele weg langs de berghelling. Met uitzondering van de laatste kilometer is de tocht erg vlak, maar je moet een beetje op de berg blijven omdat het dichter bij het meer erg zacht is. Dit was vroeger blijkbaar een gouden tocht, maar vanwege de rendierhouderij in het gebied moesten ze alle markeringen en paden verwijderen. Het was echter geen probleem om het te vinden en het was eigenlijk alleen het pad naar het meer dat een beetje lastig te vinden was.
Het landschap was adembenemend mooi. Hoge besneeuwde toppen, bergmeren en niet in de laatste plaats een kale maar groene deken ertussen. We passeerden ook een hut van rendierherders die er heel dramatisch uitzag tegen de donkere lucht.
En dan was er nog het weer. Het begon met stralende zonneschijn, maar we waren nog geen kilometer verder toen de regenwolken begonnen te verschijnen. Het begon eerst te miezeren, maar ging al snel over in aanhoudende regen en harde wind. Toen we op zoek waren naar het pad naar het water, stonden we bijna op het punt om terug te keren omdat het weer echt niet mooi was.
Toen we het meest bevroren waren en net over de laatste bergkam naar het meer waren gekomen, zagen we het gezelligste berghutje dat je je maar kunt voorstellen. Het staat helemaal alleen aan het meer en heeft een onwerkelijk uitzicht op de Noorse en Zweedse bergen. Het was ontegenzeggelijk een geluk dat we niet zijn omgedraaid, want dan hadden we de mooiste ervaring van de hele reis gemist.
Eenmaal in het huisje heb je een goed onderhouden rustiek interieur met een ouderwetse houtkachel, een goed uitgeruste keuken en ongeveer tien bedden. Buiten op het erf is een sauna, boot en bijgebouw, dus de bezoeker is echt niet nodig. Omdat we het een beetje koud hadden, concentreerden we ons op het krijgen van wat warmte in de hut en toen die zich eenmaal begon te verspreiden en de lunch werd geserveerd, begon de levenslust terug te keren.
We bleven nog een hele tijd in de hut omdat het er zo gezellig was, maar uiteindelijk moesten we onszelf naar huis slepen. Het weer was er echt niet beter op geworden, maar na deze ervaring waren we zowel in lichaam als geest gesterkt, wat de terugreis veel gemakkelijker maakte. De tocht is in totaal 12 km vanaf de parkeerplaats in de bergen. Als alternatief kun je ook direct vanaf het hotel de roeiboot nemen en aan de andere kant van het meer recht over de berg naar de hut lopen. Deze tocht is iets korter, maar dan krijg je een veel steilere klim aan de andere kant.