Ik droom al bijna twintig jaar van de Dolomieten, maar om verschillende redenen is het er niet van gekomen. Dit heeft natuurlijk een verwachting van grote proporties opgebouwd, niet in de laatste plaats omdat het net vol staat met absoluut onvergelijkbare foto's.
(Dit is deel twee van onze reis naar de Dolomieten. U kunt lezen Deel 1, Deel 3, Deel 4 en deel 5 hier.)
Dan is er nog het weer in de Alpen. Het kan dertig graden warm zijn en in een oogwenk verandert het in ijskoud. Dit was ook precies wat we meemaakten op onze eerste wandeldag. s Ochtends was er dichte mist en toen die optrok, wisselde het weer af tussen stortbuien en stralende zon.
Mot slutet av dagen sa jag lite skämtsamt: ”Nou, het is leuk om alle soorten weer op één dag te hebben gezien."Ongeveer 30 seconden na die opmerking begon het zo hard te hagelen dat we moesten schuilen. Met andere woorden, er was minstens één weertype dat we misten.
Vädret till trots så är det ändå bra mycket lättare att hantera detta i de italienska alperna då det i var enda buske finns så kallade refugios, vilket är en sorts bergsstugor där man kan söka skydd. När jag säger bergsstugor så kanske ni tänker på de primitiva små stugorna som finns utställda i svenska fjällen? Nej, det här är Italien och vilken vandrare skulle klara sig någon längre sträcka utan en restaurang med högklassig mat och ett glas vin. En del av dem har också möjlighet till övernattning vilket innebär att man kan göra en ”hytte till hytte” och lämna tältet hemma.
Een van de eerste die we hebben getest, Refugio Fronza alle Coronella, is een restaurant op 2337 meter hoogte dat niet alleen uitstekend eten en wijn heeft, maar 's avonds ook livemuziek. Het uitzicht vanaf hun buitenterras schijnt betoverend te zijn, maar bij deze gelegenheid kon je niet meer dan een paar meter voor je zien.
Een ander voordeel is dat veel gebieden liften hebben die zelfs in de zomer open zijn. Dit betekent dat je, in plaats van een halve dag ploeteren om de top te bereiken, de lift naar boven kunt nemen en vervolgens tussen de toppen door kunt wandelen. Het maximaliseert echt de ervaring en je kunt de rozijnen in de taart op een eenvoudige manier eten.
Op deze dag hebben we het liften naar een hoger niveau getild, omdat we er niet van hielden om in de regen op pad te gaan. In de vallei tussen het gebied waar we wandelden, Sciliar, en Alpe di Siusi, vonden we een kleine vallei die ongelooflijk gezellig was. Geloof het of niet, maar er was hier ook een echt juweeltje van een hotel, waar we natuurlijk gebruik van maakten. Ze boden een lokale specialiteit aan, Kaiserschmarrn, wat een onverwacht positieve ervaring was. Het is een soort pannenkoek die in kleine stukjes wordt gesneden en dan nog wat verder wordt gebakken. Het gaat altijd gepaard met veel poedersuiker en een zoete toevoeging zoals zelfgemaakte jam of bessen. Hof van Cyprianus, zoals het hotel heet, is vijfsterren en ondanks onze ietwat haveloze wandeluitstraling kregen we uitstekende service.
Hoewel we geen geluk hadden met het weer, kregen we toch een klein voorproefje van wat ons te wachten staat. Je zult hier meer over zien in toekomstige posts over Alpe di Siusi en Merano 2000.
Som jag nämnde förut, var det en hel del liftåkande den här dagen, med närmare tjugo turer upp och ner längs med bergssidan. Det kan vara en bra idé att planera lite i förväg då priset snabbt drar iväg om man betalar per tur. På de flesta ställen finns det enkel, tur-och-retur, halvdag, heldag och familjebiljett. Heldag kan tyckas dyrt men det lönar sig redan efter tre till fyra turer. När vi till sist åkte rakt in i ett oväder och blev belönade med en ”hink” av alpregn, ja, då kände vi att det var läge att vända hemåt.
Op de terugweg kwamen we ook langs het Lago di Carazza om het prachtige water te ervaren. Het meer is kristalhelder en je kunt tot op de bodem kijken. Voeg daar de vreemde kleur aan toe en je hebt iets dat in elke fantasiefilm past. De zon en de omringende bergen werden verduisterd door wolken, maar als je wilt zien hoe het meer eruit kan zien op een zonnige dag, raad ik je deze aan blog.
Tot slot moet ik nog iets zeggen over de koeien. In tegenstelling tot veel andere berggebieden zijn er hier veel grasplateaus en daarop lopen altijd koeien. Het zijn niet de rassen die we in Zweden gewend zijn, maar een iets meer beschutte variant die gewoon alpkoe wordt genoemd. Ze zijn waanzinnig schattig en je hoort hun bellen over de hele berg. Ik sluit af met een foto van ze, maar ik kan je garanderen dat je er meer zult zien.
Als ik een wens mag doen aan hogere machten, wil ik in een volgend leven een alpkoe zijn... 🙂 .
Eén reactie
Molto bello! Mi Piace .....