Na een fantastische week in de Elzas, waarover je kunt lezen hierreisden we verder richting Champagne. Het was nu al een paar dagen ongelooflijk warm en we hadden het gevoel dat we zouden bevriezen als we niet snel wat koelte kregen. Leven in een camper als het meer dan 40 graden is, is echt geen pretje!
We hadden het er voor de reis over gehad om af en toe in een hotel te overnachten. Een grote douche, een breed bed en airconditioning is zo slecht nog niet. Het een hoeft het ander niet uit te sluiten, je kunt zowel campergezelligheid als hotelcomfort hebben.
De hoteltank bleek een buitenkansje. In Aÿ vonden we het campinghuis Sacret die een B&B heeft met grote, mooie kamers en vooral AC. Hier hadden we een leuke champagne proeverij samen met een stel uit Denemarken en een paar jongens uit Hong Kong. Samen hadden we een geweldige avond met veel champagne en geklets tot in de kleine uurtjes.



We hadden rondgekeken naar hotels in zowel Épernay als Reims, maar kozen voor het kleinere stadje Aÿ, waar we nog niet eerder van gehoord hadden. Er zijn hier veel champagnehuizen en rondom het stadje liggen verschillende Grand Cru wijngaarden. Zo kan je bijvoorbeeld Bollinger of Deutz bezoeken in Aÿ. We kwamen in Aÿ aan voordat het toeristenseizoen voor de zomer begon, dus het was rustig en bijna een beetje slaperig. Het voelt echter niet alsof er hier ooit zoveel toeristen zijn als in de grotere steden. Het aanbod aan restaurants en bars is vrij klein, maar er zijn toch een paar goede plekken. We vonden bijvoorbeeld het restaurant LE19CENT60, dat er aan de buitenkant uitziet als een nogal saaie pizzeria, maar een heel charmant buurtrestaurant bleek te zijn met goed eten. Als je genoeg hebt van Aÿ, kun je altijd een taxi nemen naar Èpernay, dat maar een halve kilometer verderop ligt. Veel hotels, zoals Sacret, hebben ook elektrische fietsen te huur.


Aan de rand van het stadscentrum ligt Pressoria, een museum dat helemaal gewijd is aan Champagne. Het is een educatief en leuk museum waar je alles leert over de reis van de druif naar de Champagne. In dit interactieve museum kun je alle seizoenen van het jaar beleven, de druiven ruiken en natuurlijk de rondleiding afsluiten met een champagneproeverij op het dakterras met uitzicht over de wijngaarden.



Na een broodnodige hotelpauze waren we nu weer klaar en gingen we verder richting Épernay. Hier is de paradestraat Rue de Champagne het uithangbord van de stad, maar de stad is leuk om gewoon rond te wandelen. Het is een beloopbare stad met zijn ongeveer 25.000 inwoners. De avenue is zeker een bezoek waard, ook al is het misschien een beetje opzichtig en commercieel. Een "toeristische must" is om een selfie te nemen bij het standbeeld van Dom Pérignon voor het Moët & Chandon champagnehuis. Als je toch bij Moët bent, boek dan een wijnkeldertour of neem gewoon een glas bubbels aan hun bar. Houd er wel rekening mee dat een rondleiding ruim van tevoren moet worden geboekt.




Langs de hele laan staan de champagnehuizen op een rij tot je uiteindelijk aankomt bij een aantal woongebouwen met appartementen, leuk woonadres toch. 🙂 Als je in plaats daarvan weer richting het centrum gaat, vind je La Banque, een echt goed restaurant in een voormalig bankpand.






Voordat we Épernay verlieten, bezochten we het champagnehuis Charles Mignon voor een rondleiding door een wijnkelder en een proeverij. Hoewel het een relatief grote leverancier is, hebben we de tour toch als vertrouwd en persoonlijk ervaren. We hadden een erg leuke middag en ontmoetten enkele andere Scandinavische toeristen die ons tips gaven voor een toekomstige bestemming op de lijst, namelijk Finland.



Op weg naar Reims maakten we een snelle stop in Hautvillers, het dorp waar de monnik Dom Pérignon werkte en waar hij ook begraven ligt. Er wordt gezegd dat Dom Pérignon de vader van de champagne is, wat niet echt waar is, hoewel hij veel experimenteerde met wijnmaken en veel heeft bijgedragen aan het succes van champagne. De eerste gedocumenteerde bubbel komt eigenlijk uit Engeland in de 17e eeuw, maar daar werd in Hautvillers niet over gesproken. 🙂



Reims is veel groter dan Èpernay en een beetje pompeuzer, maar het heeft een spannend centrum met veel oude gebouwen. Je vindt er ook de Porte de Mars, een van de grootste en best bewaarde Romeinse triomfbogen van Europa. Natuurlijk vind je in Reims verschillende van de grote champagnehuizen, waaronder Taittinger en Veuve Clicquot. De huizen liggen echter verspreid over de stad en de buitenwijken, dus je hebt een paar goede wandelschoenen of een fiets nodig om er het beste te komen.


Niet te missen in Reims is de grote Notre-Dame kathedraal, een prachtige 13e-eeuwse gotische kathedraal. Hier werden de koningen van Frankrijk gekroond tot de afschaffing van de monarchie. De kathedraal is in de loop der jaren verschillende keren afgebrand of beschadigd, het meest recent aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, maar is altijd gerestaureerd en staat sinds 1991 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.



Onze dagen in de Champagne eindigden bij de kleinschalige wijnmaker Hanon-Flury. De familie heeft een wijngaard in het dorp Sermiers op een kwartiertje van Reims en biedt twee parkeerplekken voor een camper op hun boerderij. Eenmaal gesetteld kregen we een proeverij van de verschillende champagnes van het huis terwijl we hoorden over hun werk met de boerderij en hun gedachten over wijnmaken. Het is echt veel leuker om de wijnmakers zelf op hun boerderijen te ontmoeten dan rond te lopen in flitsende showrooms. Het is persoonlijker en voelt oprechter.
Om zijn grootvader te eren, heeft de wijnmaker zijn beste champagne gecreëerd met een productie van slechts 50 flessen. Een van deze flessen ging met ons mee naar huis. We bewaren hem voor de trouwdag.


